previous | next
 
 
  Video

English | Video

Weerbericht
Morgen wordt het grillig en ongewoon weer.
Niet de zon zal om 5 uur 24 opgaan, maar een hond,
een vuurrode hond die langs de hemel omhoog zal klimmen,
een ijzeren ketting om zijn hals,
en die zal grommen tegen de wolken,
die haastig plaats voor hem zullen maken.
Om 13 uur 37 zal hij in het zenit staan en blaffen,
zich vooroverbuigen en met zijn woeste blik
iedereen naar binnen jagen.
‘De hond schijnt! De hond schijnt!’ zal iedereen fluisteren,
maar de hond zal niet schijnen, de hond zal aan zijn ketting rukken
en zijn tanden ontbloten.
Laat in de middag zal hij afdalen naar de horizon en janken.
Iedereen zal weer naar buiten komen,
voor zijn huis op een bankje gaan zitten en zeggen:
‘O hond, waarom jankt u . . . ’
Men zal hem willen aaien en troosten
of iets te eten willen geven.
Maar niemand zal hem kunnen bereiken
en iedereen zal zijn ogen dichtdoen en het gejank gelaten
over zich heen laten komen.
Om 21 uur 51 zal de hond ondergaan en nooit meer terugkeren.
Overmorgen zal de zon weer schijnen,
dat grote, ronde, oogverblindende ding dat iedereen kent,
het gewoonste ding dat er in de hele kosmos bestaat,
dat al miljarden jaren bestond voordat er überhaupt sprake was
van een hemel of een firmament,
en dat niets anders doet dan opgaan, ondergaan en schijnen.
Het zal een aangename dag zijn.
Maar als u zich overmorgen afvraagt waarom u zo verdrietig bent,
dan is het omdat u de hond mist,
de hond die morgen aan de hemel staat.