BEDRIJF
Zolang de inkt nat is
ligt het bedrijf in de taal.
Een kraai speurt in de mestvaalt
als een vinger in een woordenboek.
Op het achtererf liggen begrippen
te roesten als moegeworden metaal.
De deur waar een stal in ontstaat
laat een geur los van oude gedichten.
In inktspatten zwermen de vliegen
boven de piepende kruiwagen uit.
De hand die gaat scheppen
woelt nog betekenisloos in het voer.
De ogen die wachten staan vochtig,
van honger ontroerd.