Het is alles lauwe pap
Die mij over de handen loopt
Hoewel het soms ook waait
Tussen de bevroren vingers
Waarom dan niet de schaatser
Op die wind de ijzeren snaren
Bezingen tot de horizon van glas
Aldoor beentje over door het glas
Zoals ooit eerder altijd weer de metalen
Zon achter de zilverbloemen op het raam
In mij doorstoot en mij hier fotografeert
Meestal echter kom ik zelden voorbij
Het rottige riet de kapotte vogels
Dat het aldoor dooit in de modder
Van het vreedzame bestaan