JA EN NEE
Ja heeft een taak:
het behoedt de mensen.
Het kust ze en dekt ze toe,
ruimt de liefde op die ze laten slingeren
en stuurt nieuwsgierigen weg:
de mensen slapen, ze hebben gespeeld, ze zijn moe.
Maar soms breekt Ja –
langs een van de beroemde lijnen van ondraaglijkheid –
en bloedt.
Bloed stroomt over de vloer door de gang de trap af
de straat op
(“moet stromen! moet stromen!” fluisteren de zijden pantoffels
onder het bed,
fluisteren de geraniums voor het raam, fluistert een schemerlamp)
en de mensen draaien hun rug naar elkaar toe
en slapen verder,
steeds verder.
(Nee houdt zijn oor tegen hun deur.)