next
 
 
 

GELUKKIGE BRENGER
De zee ben ik gaan zien zonder last
mijn handen wilde ik vrij hebben
mee alleen mocht mijn lichaam

En dat de nevels aan land gingen
met de wind mee die draaide, dat
dit een schaduw legde over mijn ogen

Toen het duin gloed verloor op mijn
nadering want blond zich getoond
had maar vaal was geworden

Bij mijn klim de laatste rij over –
heb ik mij eigen gemaakt na een
weifeling of de thuisreis verkieslijk

Was boven de gang langs het strand
in de dampen, en waar in mijn hoofd
het beraad ging tussen heenreis

En aftocht: dat ik het onbestemde te
duchten had maar de leemte te vrezen,
zetten mijn voeten mij over het pleit

Heen vanzelf, om mij wijder van huis weg
te dragen de laatste steilte, omlaag de flank
van de zeereep, in een val sprongsgewijs

Het zand te vlug af waar de korrels
verglijden, en mijn lichaam dat vaart
maakte kon uitlopen tot het water mij keerde
HAPPY BRINGER
I went to see the sea unburdened
I wanted my hands to be free
only my body could come with me

And for the mists to go ashore
with the wind that was turning, for
this to set a shadow over my eyes

When the dune lost glow at my
approach since blond had shown
itself but turned wan

On climbing over the last row
I familiarised myself after hesitation
whether the journey home could be chosen

Above the going along the beach
lay in vapour, and where in my head
was deliberation between onward motion

And retreat, the unknown that was my fear
and the emptiness my dread, my feet led me
through plea and counter-plea

Of their own accord, bearing me on,
away from home, falling the last downward steep
of the sea-strip’s flank, by leaps and bounds

Too quick for the sand where the grains
sped by, and my body at full tilt
could run out till the water turned me