(bij de ‘Muskusos’, een beeld van Tom Waakop, Crooswijk)
De buitenwijk houdt zich op afstand
of alleen zo met de castraat te leven valt;
niet om de melk hoeden wij kunst,
die handenklappende generaties
grazend houdt naar kinderparadijs
van stedelijk genot of toch liever de glijbaan
of desnoods een titel bol van heldendom:
De Os van Troje.
Het regent in de buitenwijk waar hij,
bestand gemaakt tegen ontroostbaarheid,
nooit gehoord heeft van zichzelf.
Waakop? Troje? Rotterdam?