Het evenwijdig universum
In die tijd stond Superman bekend als uiterst vriendelijk.
Aan de ontbijttafel groette hij beleefd,
gaf desgewenst de suiker door
en genoot van het adembenemende panorama.
Hij speelde oude muziek als hij besluiten maakte
en belde daarna zijn moeder.
Tot de nacht dat de ramen van zijn geboortehuis werden ingegooid
hing zijn ballongezicht als in een jongensdroom
door de hele stad.
Hij vroeg: heb medelijden met mijn situatie,
maar moest met zijn vuist zwaaien
om de aandacht vast te houden.
Hij werd De Grote Afwezige. In het geniep
zat hij op de achterste rij van theaters
en brulde om nog een toegift, of grijnsde minutenlang
naar vrouwen in de lift via spiegels
en wachtte zijn kansen af.
Wonderen heeft hij verricht door op onbewaakte momenten
voorover te buigen
en iets in een oor te fluisteren,
door snorren te tekenen op foto’s van onbekenden
in de plakboeken die hij meenam naar audities.
Hij kon werkelijk vliegen. Wanneer hij zich verveelde
huurde hij doodgewoon een paar lachfilms.