en de bomen
het hier en het nu
en de bomen
meer in de grond is er
niet, niet ver weg het schone, het grote
dat wankelt of neervalt, de troost
van een dood monument, de adem
van duizend druïden die zingen
de dorst en de honger van vogels
gezwicht voor het hoge, verdwaasd
in de ogen van dochters nog kijken, bezwijken
aan angst en verwachting, de dagen
verliezen, de jaren
van werk in de aarde, hopen,
en heilloos herhalen
dat alles gezegd werd, moet worden,
de vrede bewaren, de wereld
haar woorden ontnemen, de wolven
doen zwijgen.