volgende
 
 
 

Engels | Nederlands

PLAYA SANTA TERESA, 2006
Unos días con sus noches en Malpaís y Santa Teresa. Vi los pelícanos, los cocos asesinos, vi pizotes, ballenas, iguanas, garzas y unos peces azules minúsculos y fosforescentes nadando en las pozas que se forman en las rocas cuando baja la marea. También las gaviotas que nos seguían en la terraza del ferry para que las alimentáramos con snacks ultraquímicos. Vi amigos, vi a los hijos de los amigos. Vi a los amigos y a los hijos de los amigos encender una fogata en la noche y así cumplir con ese ritual que nos acompaña desde no sabemos cuándo. Vi el mar cada noche antes de dormirme y lo vi también cada mañana al despertarme. Vi una cometa multicolor inmóvil contra el cielo limpio, vi que la cuerda invisible que la sostenía llegaba hasta mis manos. Vi caricacos de todos los tamaños rodeándome mientras meaba en la arena. Vi, en el fondo de la mochila, el lomo de la novela de Dos Passos que ni siquiera llegué a abrir. Vi los objetos que el mar deposita en la orilla: una piedra con forma de cassette, una rama con forma de linterna, una lata de birra con forma de lata de birra. Una tarde cerré los ojos y vi muchos viajes ya borrosos del pasado e imaginé paseos futuros en esta misma costa. Es así, la vida se puede reducir a una lista breve.
 
STRAND SANTA TERESA, 2006
Een paar dagen en bijbehorende nachten doorgebracht op de stranden van Malpaís en Santa Teresa. Ik zag de pelikanen, de moorddadige kokospalmen, ik zag witsnuitneusberen, walvissen, leguanen, reigers en piepkleine lichtgevende blauwe visjes in de poeltjes die bij eb achterblijven in de rotsen. Ook de meeuwen die ons op het achterdek van de veerpont volgden in de hoop dat we ze ultrachemische snacks zouden toewerpen. Ik zag vrienden, ik zag de kinderen van mijn vrienden. Ik zag dat mijn vrienden en de kinderen van mijn vrienden ´s avonds een vuurtje stookten, een ritueel uitvoerend dat sinds wie weet wanneer bij ons hoort. Elke avond voordat ik naar bed ging, zag ik de zee en ik zag hem ook elke ochtend als ik wakker werd. Ik zag een veelkleurige vlieger die onbeweeglijk aan de heldere hemel stond, ik zag dat zijn onzichtbare lijn in mijn handen terechtkwam. Ik zag heremietkreeften van allerlei afmetingen in een kring om mij heen toen ik op het zand stond te plassen. Ik zag onderin mijn rugzak de kaft van de roman van Dos Passos, die ik niet eens heb opengeslagen. Ik zag allerlei dingen die de zee op het strand achterlaat: een steen in de vorm van een cassette, een tak in de vorm van een lantaarn, een bierblikje in de vorm van een bierblikje. Op een middag sloot ik mijn ogen en zag reeds vervaagde reizen uit het verleden en stelde me toekomstige tochten voor langs deze kust. Zo is het: je kunt het leven terugbrengen tot een lijstje.