*
Soms bootsen we vogeltrek na
vluchten zo’n beetje voor het veel te
gewone, zoeken onszelf op een andere plek
om erachter te komen: zijn we nog
steeds wie we denken te kennen
en hoeveel nieuwe omgeving vlechten we
straks door ons zicht op bijvoorbeeld
een bos dichtbij huis, een weg
te vertrouwd of juist door het onbekende
tracé dat we hier nu met wijn bij de hand
op de kaart voor morgen uitvouwen? Maar
hoe ver we ook reizen, we zwerven en slapen
steeds in dat eendere lijf dat onbescheiden zich
opdringen blijft, laat weten wat het aan jeu
behagen, honger en beu heeft verzameld en ons
alleen in dromen op borgtocht vrij wil laten.
We hebben het lief en schelden het uit.