vorige | volgende
 
 
 

Als huis
Je droomt je thuis: een veiligheid van stemmen
die ’t onbegrepene gerust bespreken,
je zit aan tafel en je hebt gekeken
hoe de markiezen zomerzonlicht stremmen

tot warmtekleur op het gestreken linnen –
gedachteloos, betekenissen teken
dat dingen weer niet zijn waarop ze leken,
hun buitenkant een bijna angstig binnen.

Het staat er nog, je kunt het nergens vinden,
het witte hek, het pad tussen jasmijnen,
jijzelf de toegang tot dit droomgebied

achter een gevel met gesloten blinden;
en ook de tuin waarin je kon verdwijnen
blijkt een gedicht dat jou vergeefs verliet.
As a house
You dream you’re home: the voices cushion you,
calmly discuss what you don’t understand,
you sit at table, and have seen warm colour land
where blinds let curdled summer sunbeams through,

and on pressed linen tablecloths appear –
your mind’s a blank, and meanings symbolise
that once more things are not what you surmise,
their outside’s now an inside, close to fear.

It stands there still, but your heart never finds
the jasmine-bordered path, the wicket white,
yourself the gateway to this realm of dreams

behind a house front with its lowered blinds;
the garden too where you dropped out of sight
proves a poem you released in vain.