Jaja de oerknal
Jaja de oerknal hoor ik mezelf zeggen.
Hoe is het mogelijk dat dit in mijn mond past?
Het ontstaan een klont op mijn tong.
Stil. Angst is een zwerm die rust in een boom.
Of zijn het woorden die zich inktzwart
op de takken verdringen. Het is een vorm
van paniek die opwelt in mij en als opvliegende
zwerm uit mijn keel breekt. Het heelal slaat
de vleugels uit. Wij klapwieken en juichen schril.