previous
 
 
 

TAMBOER
We horen hem wel, de tamboer in de verte,
maar luisteren niet. De maat van zijn stokken
bepaalt onze stappen. Ook nu. Verwijlen

wil ik bij een wals van vroeger, een dans,
kind op de arm. Het spant ondraaglijk
tussen toen en vandaag. Aan de mars valt niet

te ontkomen. Woedend doe ik een greep
in de muziekdoos van het geheugen, waar
haar te vinden voor ik omval? Maar kijk,

de trommelaar brengt ons het kleinkind,
verlokt ons tot een nieuw lied, zadelt ons op
met de laatste vreugde voor de eindstreep.
THE DRUM
We do hear it, the drum in the distance,
but don’t listen. The rhythm of the sticks
determines our steps. Even now.

I want to linger by a waltz from before,
a dance, a child in my arms. The tension
between the past and present is unbearable.

The march is inescapable. Furiously
I dig into memory’s music box, trying
to find her before I fall. But look,

the drummer brings us the grandchild,
luring us into a new song, saddling us
with a final joy before the end.