DE GIFT
Geef mij wat je bij je hebt.
Geen sleutels of geld.
Wel wat er maar even is.
Het vlug gekrabbelde telefoonnummer.
Het meegestoomde papiertje in je jaszak.
De knoop op het punt van verliezen.
De woorden die je net niet hebt gezegd.
Je kracht te veel om een deur open te doen.
Alles waar je niets meer aan hebt.
Geef mij het geruis van je katoen.
De wind kan wel zonder.