Gescheiden rust
Mijn been slaapt in het hotel
iets tussen tintelen en zeuren in
een slapende elleboog
’t zweeft
terwijl je verder praat
een slapende wenkbrauw
een slapende enkel
een slapende wang
gescheiden rust
voor het hele lichaam
vermoeidheid per hand of voet
een pols slaapt
daarna mijn heupen
doezelt mijn kin
een pink die slaapt
nog eerder in
en zo rust
in een vol hotel
de nagel naast
de moedervlek
de enkel bij
geronnen bloed
en woelt het hart
bedekt door wat
in delen
slapen moet