CONTINUÏTEIT
Het meisje loopt de trap op. Het meisje loopt op de trap met treden
die zich bovenaan verdringen in een bocht. Ze loopt door
ondanks het feit dat ze er niets aan kan veranderen.
We zien een glimp van haar voorhoofd, bleke huid
het haar evenwijdig met de treden.
Ze kijkt voor zich uit terwijl ze de trap oploopt.
Er loopt een meisje op de trap!
Het zou een pruik kunnen zijn zo hangt dat haar.
Ze klemt een pakje onder de arm.
Er gaat een pakje de trap op de treden
een deur op de trap op de treden de enkels het meisje.
Ze verandert niet nu haar tenen de krommende treden bereiken
een waaier boven haar hoofd een deur zwenkt uit het donker
uit het stille in haar wringt zich een bocht treden op schouderhoogte.
Er loopt een meisje de trap op met een reden.