previous
 
 
 
Video

English | Video

In reine bittertongen beeft een zinderend
en lief verraad, een rand, een bronnenschuld
die leeft voor wankelen als voor beraad.
Een vlammen eerst en een berouwen, een asvat
en een zucht als zoen, want dat zij slechts
maden trouwen en zij niet dan asreuk doen.
Een heel berekenend gelag van hemeling en
film verhechten, vileine keten minnen zag
in raadselen zich los te vechten. De ruime
hindernis van vaart en wijd gewankel een
zwijmelen en stillen is, betekenend bedaard.
In pure bitter tongues trembles a blistering
and sweet betrayal, a rim, a fountain debt
which lives for reeling as for deliberation.
A blazing first and a rueing, an ashbin and
caress-like kiss, because that they merely marry
maggots and don’t then the ash-smell wish?
A very calculated meal of heavening and film
entwine; vicious chain courting was able to
struggle free in rhyme. The spacious obstacle
of speed and general reeling a swooning is
and silencing, significantly self-possessed.