HEILIGE GROND
we sloegen een jas over een jas in de cascotempel
en de kou van de vloer kuste de pumps van olga
en de panty die ze droeg onontbeerlijk
en dit nepbont dat ze omsloeg stroomde deerlijk, ver
voor je je entree kon maken (niet verzaken):
haar vosje zal licht vangen
trouw als de wolga die de zon opschaalt
ophaalt waar je ook woont in mijn jas gevangen in het kunstlicht van de cascotempel
en de kou van de vloer
wapende de profielzolen van de ierse hiphopbard 'fuckn d fuck!'
sloeg zijn boots in beton
het gewapende beton van de
tot aan de tanden met poëzie te bewapenen tempel
nog een geluk dat mijn eeuw de klompen had uitgegooid
dat mijn versjes zich in het tropisch klimaat van een kas
hadden leren rekken en strekken
behaaglijk ook nu
geeuwen als leeuwen zonder dat het dubbelglas (dat al tranend beslaat)
er finaal aan gaat
zonder dat jij, mijn grote liefde, in geen-tijd-voor-sokken van een sokkel gejast voorgoed buiten staat omdat het schandaal wel moést uitlekken
olga
gedoopt in de nevelen van de wolga drukt ze haar stempel
hetzelfde jassenleger dat ons huwde wil nu banaal kopje onder in het tij van haar tasjesregen, slecht elke drempel, hield fuckn huis in haar tempel
stookt met de gemoederen onze vloerverwarming op