vorige | volgende
 
 
 

Engels | Nederlands


We zijn de rat die de bewoonster was
van de oranje vuilstort kwijt. Ik zag haar
vanmorgen liggen midden in een plas,
toen ik de binnenplaats op kwam. Ze lag daar,
de bamboe zong, de buitenlamp was aan.
Weer, met de koppigheid van een belegen
padvinder kringen vormend, was het gaan
motregenen, een fijne grijze regen,
en in de poel werd nu niets meer weerkaatst –
het spiegelglas waarin zij had gekeken,
haar eigen vijvertje, was op het laatst
de plek waar zij te sterven kwam gebleken.
De hoeken van de binnenplaats, vriendin,
zul jij niet meer als bissectrice delen.
Moet ik jou schuwen als de dood? Zal in
jouw vel geen zilverende wind meer spelen?