previous | next
 
 
 

Slapeloos in het hol
van de nacht.

Alle wegen naar jou
opgerold tot een zwart,
niet te ontwarren kluwen.

Naaldfijne pijn
ronddraaiend in de groef
van een herinnering.

En buiten het zachte
onverstaanbare geprevel van
de voorjaarsregen.
Sleepless in the cavern
of the night.

All roads to you
rolled up into a black
inextricable tangle.

Needle-sharp pain
spinning round in the groove
of a memory.

And outside the soft
unintelligible murmuring of
the spring rain.