Ambitie
Na mijn ontmoeting met de wapenhandelaar
Liep ik, om erover te vertellen, een café in.
Ik zei dat ik de aarde onmiskenbaar vond,
Tot op de dag van vandaag een ruiterlijke waarheid.
Ik zei ook dat de papegaai van de handelaar zweeg.
Met meer waarheid had ik niet kunnen spreken.
En ik zei dat zijn ambitie hem deed zweten,
Een waarheid die herinnerde aan het toevallige.
En ik zei nog iets over de prijzen van de wapens,
Waarheid die alle ontmoetingen met pijn overgiet.