Welkom
Ik roep je, voorbijganger, ik roep je:
de stralende horizon.
Ik strek mijn bloeiende grassen naar je uit,
ik wuif naar je met pluimen en blaadjes en rondzwierend stuifmeel.
Van jouw voeten naar mijn verte loopt een watertje,
helder en rimpelend
vertelt het je welke kant op,
waar je me kunt vinden.
Ik ben er altijd.
Ik ben overal waar het licht is
en als het donker is, heb ik mijn ogen dicht gedaan.
Maar je ziet me wel.
Ik omarm je.
Ik leg mijn ruimte om je heen als een mantel,
ik bescherm je tegen de angst.
Je bent niet alleen.
Je bent onderweg.
En de weg is altijd bij je.