behalve kans ben je ook stilte die huift in het
zielende, een donkere kring van zwavel die
overblijft na ruiming van het riekend verderf, een
manifestatie die niet is terug te brengen tot het hier
en het nu, noch is te isoleren van het omvattende
waar je uiteindelijk heus wel de voortplanting voor
laat schieten, vooral omdat het je koesterende erin
gehandhaafd is en je stiekem wel weet dat zonder
het uitwaaierende waarop je in al je denken en doen
bent betrokken slechts het wijten in de egokaders en
de genoegdoening aan het eigene overblijft
dus cultiveer je de bereidwilligheid die kiemt in de
voren van je denkklier en laat je je hand dwalen
door de onderstroom van je zelfheid en stel je je in
het besef dat in elk woord de medemenselijken zijn
aangeroepen en het soortelijk gewicht van je
bestaan op de weegschaal is gelegd
en dus draal je niet langer en laat je de komende in je wezen
oprijzen, want zij is het die het derwaartse
aan je waagt
probeer daar notie van te nemen en je herseninhoud
dermate te schonen dat die Trojaanse merrie erin op
kan galopperen zodat je belaagd, overmeesterd,
bestoven, ofte wel:
vοnk
vυυr
vrιj
Uit de serie ‘die het derwaartse aan je waagt’