vorige | volgende
 
 
 

Zeer onzeker is het of er tegen
die tijd niet neergekeken zal worden op
je zojuist verworven waterdunne eenzaamheid, zoals
op een voetbalspeler die plotseling beseft dat hij buitenspel
moet staan: de fluit heeft geklonken, maar hij heeft het
teken van de goden niet gehoord en is verder
gegaan, niet wetend al wetend,

en is ondanks het vaste doel voor
ogen een verdwaalde geworden, een zwerver van wie elke
stap een misstap is, elk woord een vloek, een opgegevene die
nog voortgaat, hoe de grond ook lokt, wachtend op de sliding, die
uitblijft, zodat er niets anders op zit dan doorlopen en
doorlopen en ingaan in de gelukzaligheid van
het uitgesloten zijn.


              Uit de serie ‘Stof ter ontraadseling’
It’s very uncertain whether by
that time people will look down upon
your newly-acquired water-thin solitude, as
on a footballer suddenly aware he must be offside:
the whistle’s blown, but he hasn’t heard
the sign of the gods and has gone
on, unknowing yet knowing,

and despite the fixed goal in
view has lost his way, a nomad whose every
step is a faux pas, each word a curse, one left for dead
still moving on, though the ground beckons, waiting for the sliding
tackle that won’t come, so there’s nothing for it but to go on
and on and to enter into the blessedness
of exclusion.


              From the series ‘Matter for Deciphering’