next
 
 
 

De binnenplaats
Op de binnenplaats waar het gekoer van duiven
zich al te gemakkelijk voorspellen liet,
hoorde ik een fluiten, dat, zich losmakend
van de zeurende ijsregen om ons heen,
lente vermoeden deed.

Wij keken op. De vogel hield zijn bek.

Evenmin als wij geloofde hij, die gekooid
en eenzaam de seizoenen door elkaar had gehaald,
in de omkeerbaarheid van de tijd, al had
zijn fluiten ons afscheid even vertraagd.
The Courtyard
In the courtyard where the cooing of pigeons
was all too easily predictable,
I heard a singing, which, freeing itself
from the whining sleet around us,
gave the impression of Spring.

We looked up. The bird held its beak.

Like us he, caged and lonely having mixed up
the seasons, did not believe in
the irreversibility of time, though
his singing had delayed our parting for a while.