Esther Kinsky
(Duitsland, 1956)   
English ►
 
 
 
Esther Kinsky

Esther Kinsky is geboren in Engelskirchen. Een jaar na haar geboorte vertrok het gezin echter uit deze gemeente. Dat is het begin van een nomadisch bestaan: Kinsky woonde in Londen, later in Battonya, Hongarije en vandaag de dag in Berlijn. Ze studeerde slavistiek en anglistiek in Bonn en Toronto. Sinds 1986 is zij literair vertaalster uit het Pools, Russisch en Engels. In 2009 ontving ze voor haar vertalingen de Paul-Celan-Prijs. 

 

In 2010 verscheen bij uitgever Matthes & Seitz haar eerste roman Sommerfrische en de poëziebundel Die ungerührte Schrift des Jahrs. De eerste afdeling Banaat – een term die word gebruikt voor een grensgebied liggend tussen Roemenië, Servië en Hongarije – opent met het gedicht ‘Grote Winter’: de vogels/ vielen uit de/abrikozenbomen, de kleine/lichamen klonken als speelgoed/toen ze door de harde/korst van de sneeuw/heen sloegen’. 

Behalve het beeld van bevroren vogels die van de takken vallen of door kinderen ervan afgeslagen worden, iets wat in haar gehele werk terugkeert, is er ook steeds sprake van grens- of randgebieden, zij het de rand van een weg, perron, een kanaal, de wereld: ‘afzijdig/van ongeschikte eilanden’. 

Het is alsof Kinsky onze blik wil richten op wat anders aan onze aandacht ontglipt. Zij situeert haar gedichten in de natuur, flora en fauna spelen een grote rol. Niet om deze te bezingen als een verloren wereld of zich in de schoonheid van de natuur te verliezen. Integendeel; niets in haar gedichten wordt mooier of aangenamer gemaakt. De natuur staat voor een innerlijke toestand. Daarbij verhoudt zij zich tot verschillende grote thema’s in een mensenleven. Bijvoorbeeld een ernstige ziekte zoals in Naturschutzgebiet (2013): leverbloempje genoemd/vanwege de gelijkenis van haar bloembladeren met de/vorm van het menselijke orgaan’

Of het afscheid en de dood van haar man in Am Kalten Hang (De Koude Helling, 2016): 
‘jij stak/je hand nog op om te zeggen/ hoe zouden ze bloeien in mei’. Op de achtergrond weerklinkt Die Winterreise van Franz Schubert zinspelend op de vreemde of vreemdeling, ook een thema dat in Kinsky’s poëzie en proza telkens terugkeert. 

Voor haar gehele oeuvre ontving Kinsky in maart 2016 de Adelbert-von-Chamisso- Preis, in het bijzonder voor haar roman Der Fluss (2014). 

 

© Annelie David

Bibliografie
Mali. Gildenstern, Bad Honnef, 1987
Unser fremdes Land: Tansanisches Reisebilderbuch (Ons vreemd land. Tanzaniaans reisprentenboek), Gildenstern, Bad Honnef, 1987
Wer hat hier Angst vor Hexen? (Wie is bang voor heksen?), Gildenstern, Bad Honnef, 1989
Sommerfrische. (’S zomers buiten), Matthes & Seitz, Berlin, 2010
Die ungerührte Schrift des Jahrs (Ongeroerde schrift van het jaar), Matthes & Seitz, Berlin, 2010
Banatsko, Matthes & Seitz, Berlin, 2010
Eines Abends im Winter (één avond in de winter), geïllustreerd door Sarah Fricke, Jacoby & Stuart, Berlin, 2011
Aufbruch nach Patagonien (Vertrek naar Patagonië), Matthes & Seitz, Berlin, 2012
Der Käptn und die Mimi Kätt (De Capitein en de Mimi Kat), geïllustreerd door Gerda Raidt, Jacoby & Stuart, Berlin, 2012 
Fremdsprechen. Gedanken zum Übersetzen (Vreemd spreken. Gedachten voor het vertalen), Matthes & Seitz,  Berlin,  2013
Naturschutzgebiet (Beschermd natuurgebied), gedichten en foto’s, Matthes & Seitz, Berlin, 2013
Am Fluss (De rivier), Matthes & Seitz, Berlin, 2014
Karadag Oktober 13. Aufzeichnungen von der kalten Krim (Notities van de koude Krim)  samen met Martin Chalmers, reisbericht, Matthes & Seitz, Berlin, 2015
Am Kalten Hang (De koude helling), Matthes & Seitz, Berlin, 2016

 

 




Aanmelden nieuwsbrief

follow us on facebook follow us on twitter Volg ons (internationaal)  

follow us on facebook follow us on twitter Volg ons (Nederland)