afscheid
Er hapert iets, men heeft te veel gerookt, vlucht
kuchend in de boomgaard, najaar ademt
ternauwernood, stil als een bed is dit, het zwijgt
een mond, alleen de slakken op dood hout bewegen
men zou hier willen blijven zitten op een steen
uren- of eeuwenlang, terend op een boordevol
achtergebleven beker toen zomer vlees en geest
zich in een hees driestemmig koor even onteeuwigden -