RESTAURANT
De visstand zegt geen zeeduivel
dus kies ik biefstuk van de struis.
Een lieveheersbeestje banjert naar
het uiteinde van een oranje rietje.
Een muisje schiet onder de klapdeuren
door naar de wittig dampende keuken.
Popelend liggen mes en vork naast
een ivoorkleurig vierkanten bord.
Bromvlieg legt een onnavolgbaar
parcours af langs lampen en tafels.
‘Gebraden dodo, meneer?’ vraagt de
ober bevreemd. De kreeften in het
aquarium halen opgelucht adem.
Mijn drankje doet een ananas na.