EEN GRAPJE DAT MAG
Men mag zijn ogen niet sluiten
voor wat elke letter-seconde
gelededn wordt tussen cement en vodden.
En ook: voor wat tussen ribben
en ruggegraatwering
voorviel,
voorvalt,
voorvallen blijft –
het schampere werk
van de stekend gebrilde harpij.
Maar na het geraderde denken
om je voeten te voelen
op het plaveisel,
het leidsel vieren
achter het gordijn.
Het kaïnsteken afdrijven,
de marmeren handen uitslijpen
tot prettige vleesschijven,
gedoemd tot strelende
afwassen in de
achterhoofds schuimende
schuim.